zondag 31 augustus 2014

Sprei

Op de Vide Grenier in Beaumont-le-Roger is het al druk op de vroege morgen. Er wordt flink gesnuffeld tussen de tafels en de grote variëteit aan spullen die de verkopers op kleedjes op de grond uitgespreid hebben. Gelukkig is het mooi weer, maar nog fris.
Twee jonge vrouwen, dertigers, staan rillend tussen hun aanbod. Zo te zien hebben ze het kabinet van oma uitgepakt. Keurig gesteven theedoeken, lakens en slopen, zwarte kousen en een doos vol kant en band. En dan zie ik een openstaande koffer met geborduurde tafelkleden en gehaakte spreien. Ik trek er één uit, het is een enorme katoenen sprei, zeker 240x220, bijzonder voor de toch meest kleine en korte Franse bedden. Het is gehaakt op haaknaald 2, schat ik en het is onnavolgbaar netjes gedaan. Het is ook nergens verkleurd maar heeft een mooie, warme slagroomkleurige tint.





 ‘Dat heeft mijn oma gehaakt,’ prijst één van de vrouwen haar waar aan. Of ze zelf kan haken? Nee, natuurlijk niet. Ze lacht: ze heeft wel wat anders te doen. Op mijn vraag of ze zoiets niet zelf willen houden, wordt nee geschud. Ik begrijp het ook wel: tijden veranderen. Maar ik sta met het sprei in mijn handen en zie een nijvere, kleine vrouw voor me die, bij de kachel, ongetwijfeld maandenlang avond aan avond geduldig heeft zitten haken. Haar kleindochters hebben geen idee. Op mijn vraag wat ze ervoor willen hebben trekken ze vragend hun wenkbrauwen op. Is tien euro goed? Ik knik. Had ik vijf geboden, had ik ‘m ook gehad.




Een half uurtje later, op de terugweg, zie ik dat het andere sprei nog niet verkocht is. De komende weken leg ik de laatste hand aan mijn eigen gehaakte sprei. En wie weet, over dertig jaar, staan mijn kleindochters er ook mee op de markt. Niets is voor de eeuwigheid.

Meer Franse belevenissen lezen?  Begin mei 2017 verschijnt bij Uitgeverij Edicola 'Natuurlijk Normandië'!

zondag 24 augustus 2014

Liedje

Op de FB pagina van Nederlanders in Frankrijk werd gevraagd:

Welk Frans liedje was het eerste liedje dat u naar Frankrijk deed verlangen?

Dat bracht herinneringen boven!

"Zjezz kie sel poer peelesie de uune poepelison, poepeelesie de poepelisier poer pelesie pour peleson!" Ik was 10 en ging met papa en mama en mijn twee broertjes voor het allereerst van mijn leven op vakantie, en wel meteen naar de baai van Arcachon. Dat liedje zong ik keihard mee met de autoradio. 
Wij zaten met ons drieën op de achterbank en ik had een hele mooie, knalroze hoofddoek met franje er aan en bloemetjes er op en die liet ik uit het achterraampje wapperen in de wind. Mijn vader verbood me dat steeds maar ik deed het stiekem toch. En toen waaide hij opeens het raam uit, zoals mij voorspeld was. Ik heb het nooit verteld. 
Het liedje had dat jaar  meegedaan aan het songfestival en of het gewonnen had weet ik eigenlijk niet eens en bovendien heb ik het bijna nooit meer op de radio gehoord. Er komt wel een naam bovendrijven: France Gal?! En dan kan ik dat natuurlijk zo opzoeken maar ik wil het eigenlijk liever gewoon zo laten. Niet iedere kennis draagt bij tot een groter geluk.

Pas vele jaren later kwam daar nog een ander nummer bij: 'Paris 's éveille' klonk op uit een openstaand venster toen ik op de tweede dag van onze vakantie ergens in de buurt van Metz vanaf de camping naar de bakker wandelde. Op dat moment schoot ik in vakantiestand. En altijd als ik dat liedje hoor, dat zie ik mezelf daar weer lopen. Ik kan alleen niet uitstaan dat ik de camping niet meer weet. Toch maar weer eens dezelfde route rijden, dan komen we hem vast wel tegen...!

zondag 17 augustus 2014

Kamperen III




Vroeger kon je nog wel eens lachen op een camping. Er arriveerden altijd mensen die overduidelijk nog nooit gekampeerd hadden en ook thuis niet even de moeite hadden genomen hun bungalowtent een keertje op te zetten. Dan hadden ze zo slim kunnen zijn de bij elkaar horende stokken te nummeren dan wel van gekleurd tape te voorzien en was hen een hoop leedvermaak bespaard gebleven. Maar goed,  het kon ook leiden tot een enorme verbroedering, want  er zijn maar weinig mensen zo hulpvaardig als kampeerders.
Vaker leidde het tot uiterst pijnlijke echtelijke ruzies, huilende kinderen en een withete papa, want hij was al zo moe van dat hele eind rijden.  Je hoorde dan hoe het kleine woordje ‘jij’ met héle verschillende intonaties kan worden uitgesproken. Eens waren wij, warm en droog in onze caravan, getuige van het opzetten van zo’n gevaarte in de stromende regen. Toen alles na drie uur in elkaar zat stond de tent half op de weg. De kampeerders hebben die nacht in een hotel doorgebracht.

Tegenwoordig is er niet zoveel te lachen meer. De camping wordt bevolkt door de Witte Vloot van de Gouden Generatie: Tachtigers die hun minstens 7 meter lange camper dankzij uitgekiende boordcomputers precies op de plek krijgen waar ze hem hebben willen. Ze hebben alles bij zich, hun schotels rijzen automatisch op in de goede richting en ze kijken niet met ons, het gewone volk, in de bar naar de wedstrijd. Als ze van de camping af gaan blijven hun tafeltje en stoeltjes op ze wachten, want ze willen wel op dezelfde plek terugkomen! Ze zijn dan verder zo over de dag wel druk in de weer met emmertjes en kleine wasjes. Zodat het toch een beetje lijkt op kamperen, wat ze doen. En ik bekijk dat dan allemaal, vanuit mijn caravan achter de laptop.


Naober column 15-8

Kamperen II

Toen de kinderen nog  klein waren gingen we kamperen bij de boer. Onze kinderen groeiden weliswaar op op het Noordhollandse platteland, maar laten we eerlijk wezen: het was ook niet duur, zo’n boerencamping en dat is voor een jong gezin altijd meegenomen. En zo trokken we naar een plek  tegen de Duitse grens in Twente. Na twee nachten verkasten we naar een andere plek op de ruime camping, want we stonden bij de heersende wind in de lucht van de kalvermesterij. Maar daarna beviel het uitstekend. Er was een fietspad langs de grens waar onze dochters geen genoeg van konden krijgen: ze stapten steeds af om met hun ene been in Nederland en hun andere in Duitsland te staan. Er stond een grote kersenboom waar iedereen naar behoeven een schaaltje kersen van mocht plukken. En toen het heel warm werd zette de boer een stel strobalen in een vierkant, sleepten we er met z’n allen zwart landbouwplastic in, legden de slang er in en stond er een heus zwembad. Vervolgens stortte hij nog een berg zand en hadden we strand. Heerlijk, allemaal.
Op een dag kwam er een jong gezinnetje op de fiets aan op de camping. Kindje voor, kindje achter, aanhanger voor de bagage: een mooi beeld. Papa zette een tentje op zo ver mogelijk bij iedereen vandaan. Mama vond het niet goed dat de kindjes in het zwembad gingen. En ze mochten ook niet in het zand spelen. Wij hadden onze conclusie gauw getrokken: lui uit de stad. Overal vies van. ’s Avonds, rond een uur of acht, klom pa met een blauwe emmer in de kersenboom en plukte er in een uur tijd alle kersen die er nog hingen af. Verbouwereerd keken wij toe. De volgende ochtend vertrok het spul weer, emmer met kersen in de bagagekar. Voor onze kinderen een mooi, opvoedkundig voorbeeld. Maar voor de hunne?

Naober column-24-7

Kamperen I

Wij kamperen deze zomer in de Perigord Noir, op een camping aan de Dordogne. Ik vind kamperen leuk en vooral om wat er op zo’n camping te zien en daar omheen te fantaseren is.  Wij staan een beetje in het midden en hebben aan alle kanten  uitzicht. Na een paar dagen heb je een beetje in beeld wie bij welke caravan of camper hoort en wat de gewoontes zijn.  Zo komt  buurman van twee plekken verderop tijdens ons ontbijt  met een flinke closetrol en een boek onder de arm voorbij. Hem noemen we de Plezer. De bleke Zweedse van verderop komt iedere ochtend langs met een enorme beautycase en keert een uur later terug als Meta. En dan hebben we Ober, die zijn teiltje afwas hoog op de vijf vingers van zijn rechterhand behendig met gezwinde pas vervoert.
Vooral tot de verbeelding sprekend is de altijd aanwezige eenzame kampeerder. Hij  arriveert ‘s ochtends vroeg, pompt zijn luchtbed op en gaat slapen tot een uur of twaalf. Dan zet hij, zo te zien voor het eerst, zijn tentje op. In zijn Clio of 207 ligt de bagage hoog opgetast. In de dagen daarna wekt hij de indruk het geweldig naar zijn zin te hebben. Hij kookt eten in een rood pannetje op een eenpitter, rookt een sigaretje, stapt in zijn auto, rijdt weg en is binnen de kortste keren weer terug. Soms blijft hij lang in zijn auto zitten met draaiende motor. Hij praat op luide toon tegen zijn mobiel, het is onduidelijk of die ook wat terugzegt. Hij zit met een roseetje in de bar naar voetballen te kijken en ziet er heel onschuldig uit.
Net komt hij aanrijden, hij is maar even weg geweest. ‘Weer één omgelegd,’ constateert Hoofd Observatie, opkijkend van zijn boek. Natuurlijk, dat is het! Wij noemen hem Calimero.

zondag 10 augustus 2014

Bramen



Overvloedig, de bramenoogst dit jaar. Dus vanmiddag toch maar weer in de verwerking. Bramenlikeur in oprichting, bramengelei gemaakt en dan volgt ook nog de bramensiroop. Mixt zo heerlijk met het appelsap van onze boomgaard. Over dik twee weken gaan we al voor de eerste keer weer 'versappen' bij de mannen van Mobipers. Vijf liter vacuümpakken gepasteuriseerd sap met een kraantje, waaruit je maandenlang heerlijk biologisch sap kunt tappen van oude appelrassen. Wij drinken het dagelijks, ook bij de lunch, we zijn geen melkdrinkers. We verkopen de pakken voor 9 euro, mocht je belangstelling hebben.




Regelmatig speur ik op internet naar recepten of 'hoe doe je dat's' en het blijft me verbazen hoe onvolledig recepten doorgaans zijn. In de beschrijving verschijnt opeens een ingrediënt dat niet in de lijst staat, men heeft het over: een mespunt zout, kaneel en nootmuskaat: is dat dan één mespunt met deze drie benodigdheden of gebruik je drie mespunten? Dat lijkt me nogal van invloed op de smaak! En zo zijn er nog véél meer voorbeelden.


Nu heb ik me weer wild gezocht hoe je uitrekent op welk alcoholpercentage je uitkomt als je met 96% consumptiealcohol werkt voor het maken van likeur. Niet te vinden, ja, opeens gaat het dan over het maken van likeur van vruchtenSAP.  Het is nl. zo dat je de bramen na verloop van tijd uit de vloeistof zeeft en je dus netto minder overhoudt.  Ik heb het dus maar weer geheel met de natte vinger gedaan, een flinke weckpot 3/4 gevuld met bramen, 200ml suikerstroop toegevoegd en tot de rand afgevuld met de alcohol. En dan staat er: Zet vijf weken weg op een donkere plaats of: Zet  een week weg op een zonnige plek. AAARRGGH!
Ook hier dus weer: zoek het maar uit. Als er geen zon is houdt het toch op, natuurlijk.

En dan al die adviezen over hoe je potten en deksels schoon te maken. Er zijn types die het hebben over drie keer wassen met kokend sodawater en dan nog 20 minuten uitkoken - hoe milieuvriendelijk is dat?!
Dat soda, zo grappig dat men in een tijd van afwasmachines en uitstekende afwasmiddelen teruggrijpt naar waar onze oma's alles mee deden - omdat er verder niks was!

Mijn potten komen uit de afwasmachine, ik berg ze op (deksels los) en voor gebruik controleer ik de deksels of er nog genoeg compound in zit en er geen roestplekjes te zien zijn. Dan kook ik ze nog even in een steelpannetje uit. De potten spoel ik nog één keer om en vul ze dan met jam/gelei. Deksels er op, tien minuten op hun kop zetten, omdraaien en als het goed gaat hoor je dan dat heerlijke vertrouwde plopgeluid van de zich vacuüm trekkende deksels. Klaar! Van alle honderden potten jam die ik in mijn leven gekookt heb, misschien wel duizend, heb ik er één keer één met schimmel aangetroffen.

Op Hobbyhandig.nl schrijf ik tegenwoordig ook een blog over alle 'creatieve' dingen die ik doe onder de noemer  't Opkamertje. Daar staat een verslag over de komkommertijd. En voor Naober heb ik ook alvast weer wat columns voor op de plank geschreven. Die ga ik met ingang van heden na verschijnen ook op dit blog plaatsen.

Goed. Dankzij al deze huisvlijt heb ik de afgelopen week geen letter voor 'Storm', de opvolger van Zeven dagen op papier kunnen zetten. Maar.....wel heel veel over nagedacht. En jongste dochter M. is weer veilig thuis na een half jaar Mexico en dat geeft ook wel weer rust.




zondag 3 augustus 2014

Fusie

Vandaag heb ik mijn blog: belloo.blogspot.com  samengevoegd met deze. Ik vond het steeds moeilijker te bedenken welke tekst waar moest en zo ben ik er in één keer klaar mee!

Daarnaast ben ik sinds kort 'Sterblogger' op www.hobbyhandig.nl.  Daar schrijf ik over mijn andere creatieve uitingen, maar dat wil niet zeggen dat ik dat zo nu en dan hier ook niet doe ;-)
Want ik ben er vandaag b.v. best trots op dat ik mijn South Bay omslagdoek af heb!


Gehaakt met Phildar Coton 3, heerlijk spul om mee te haken.


Bezig zijn met haken is voor mij de manier om tegelijkertijd na te denken over mijn boek(en). En het is een geweldig tijdverdrijf als je lange stukken in de auto zit (naast de bestuurder ;-))  Ik moet nu dus weer op zoek naar een patroon dat ik én redelijk gedachtenloos kan uitvoeren én ik weer een half jaar mee zoet  ben én dat nog enig nut heeft ook. En niet alleen uit stokjes bestaat, want daar krijg ik soms wel een kunstkop van. Dus als je een suggestie hebt.....?

Ik ben gek op Poppenhuizen & Miniaturen! Wil je deze button ook? Kopieer hem in je HTML code van je blog en hij staat er op!